Man-made Coast – Bert Spiertz – Uitgeverij Lecturis B.V. (2018) – ISBN: 9789462262744
In ‘Man-made Coast’ maakt fotograaf Bert Spiertz een fotografische reis langs de kust van Nederland, te beginnen in het Zwin aan de Belgische grens en eindigend bij de Duitse grens in het Oost-Groningse Nieuwe Statenzijl.
Tussen deze twee uitersten ligt 523 kilometer kust, de kust van de Waddenzee meegerekend.
Zijn beelden laten de unieke inrichting van de Nederlandse kuststrook zien waarbij vooral opvalt dat onze kust vrijwel in zijn geheel door onszelf is gecreëerd. Er is nauwelijks een kilometer te vinden waar geen sprake is van menselijk ingrijpen of op z’n minst beheer.
Ook toont het boek de enorme afwisseling die onze relatief korte kust kenmerkt: stranden, dijken, industrieën, pieren, natuurparken, polders, deltawerken, badplaatsen en havens wisselen elkaar voortdurend af. Deze veelzijdigheid wordt door Bert Spiertz in beeld gebracht op het snijvlak van documentaire- en landschapsfotografie. In zijn eigen woorden: ‘Ik wilde de Nederlandse kust beschouwen met de verwondering van een buitenlandse reiziger’.
Ontroerend Goed, Van kunst kijken naar kunst kopen (*) – Manuela Klerkx & Oscar van Gelderen – Meulenhoff (2018) – ISBN: 9789029091503
Alles wat je moet weten over galeries, beurzen, veilingen en online kopen.
Er is onroerend goed – vastgoed, buitenkant, status – en er is ontroerend goed – kunst, binnenkant, passie. Bij velen heerst het idee dat kunst een (linkse) hobby van de elite is en niet toegankelijk voor ‘gewone mensen’. Galeries worden als hoogdrempelig ervaren, de prijzen zijn niet transparant en de teksten over de kunstwerken zorgen eerder voor verwarring dan opheldering.
Maar er is ook goed nieuws: het bezitten van kunst is niet voorbehouden aan de rijken der aarde: er is al prachtige kunst te koop voor een paar honderd euro (als je maar goed zoekt en ‘vroeg’ durft te kopen). De stap van kijken naar kopen is voor velen echter een obstakel: de kunstwereld kenmerkt zich door een geheel eigen taal en eigen codes, die Manuela Klerkx en Oscar van Gelderen, zelf kunstkenners en -verzamelaars, in Ontroerend goed proberen te kraken. Hoe worden prijzen bepaald? Kun je onderhandelen met galeries? Hoe werkt een kunstbeurs? Er is zo veel keus: wat moet je kopen en hoe doe je dat?
Een inspirerende en praktische gids over kunst kopen: hoe werkt het en hoe doe je het.
Enkele artikelen:
HFD_20170715_1_050_022 – Kijken kijken en dan kopen – HFD_20170715_1_050_022 – Kijken kijken en dan kopen
HFD_20171125_1_152_031 – Liefde maakt soms blind bij kunstaankopen – HFD_20171125_1_152_031 – Liefde maakt soms blind bij kunstaankopen
HFD_20180210_1_028_003 – Wij zijn nooit lang ernstig – HFD_20180210_1_028_003 – Wij zijn nooit lang ernstig
hoe-koop-je-kunst-15370154 – hoe-koop-je-kunst-15370154
Enkele passages:
[Blz. 33] Pure kunst bestaat uit de volgende combinatie:
Totale afwezigheid van ‘ego’ en daaraan gerelateerde oneigenlijke motieven als ambitie, status en geld;
Toegankelijkheid tot het ‘eigene’: de kunstenaar geeft zich bloot en toont daarmee zijn/haar eigen kwetsbaarheid;
Talent om een eigen teken- en of schrijftaal te ontwikkelen en daarin tot grote hoogte te kunnen komen, zelfs binnen het formalistische, academische gedachtengoed;
Vermogen om grensverleggend te zijn op het gebeid van bepaalde thematiek, formele theorieën bijvoorbeeld over geometrie of minimalisme, kleurenleer;
Grensoverschrijdend tussen naïef, folk, ethisch, realistisch, abstract.
[Blz 38] Als materie en vorm betekenis krijgen doordat ze een uniek idee symboliseren, dan spreken wij van kunst. Als ze je dan ook nog raken, dan spreken wij van bezielende kunst. En dat is wat wij ‘ontroerend goed’ noemen.
[Blz 140] Er is visie, originaliteit en onderzoek voor nodig om je als fotograaf een positie binnen de kunstwereld te verwerven.
Het Tweede Spoor (Een schets van het fotografisch landschap omstreeks 2028) (*1) – Fotobond (2018)
Eindrapport_Tweede_spoor_februari_2018 – Eindrapport_Tweede_spoor_februari_2018
1.1. VOORGESCHIEDENIS
In de BB+ vergadering van 19 maart 2016 werd besloten extra aandacht te geven aan de fotografische en maatschappelijke ontwikkelingen die van belang zijn voor de georganiseerde vrijetijdsfotografie en voor de Fotobond in het bijzonder.
De vergadering maakte onderscheid tussen de huidige en nabije ontwikkelingen, zowel binnen als buiten de Fotobond (het zogenaamde eerste spoor) en ontwikkelingen die in het verschiet (lijken te) liggen op een termijn van pakweg 10 à 15 jaar (het zogenaamde tweede spoor).
De vergadering heeft uit haar midden een groep samengesteld die ten behoeve van het DB (BB) een trajectplan maakte, m.n. gericht op dit tweede spoor.1 Het DB heeft op basis hiervan een projectgroep het tweede spoor samengesteld en geïnstalleerd op 12 oktober 2016.
1.2. OPDRACHT
De opdracht betreft het opstellen van een nulmeting (de huidige situatie van de vrijetijdsfotografie) en van een schets/visie van het ‘fotografielandschap’ omstreeks 2028.
In de schets worden de te verwachten ontwikkelingen voor de komende jaren in kaart gebracht. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de fotografie, maar ook naar de bredere context van de multimedia. Hierbij wordt ingegaan op zowel de vrijetijdsfotografie (VT-fotografie) in brede zin als op de professionele fotografie (P-fotografie).
In de schets wordt tevens aandacht besteed aan relevante maatschappelijke zaken als vrije tijd en de besteding daarvan. Het zwaartepunt van de schets zal liggen in de vrijetijdsfotografie en de betekenis hiervan voor de Fotobond.
Om tot de schets te komen zullen zowel stakeholders als andere informatiebronnen in het onderzoek betrokken worden.
De projectgroep zal de schets gepaard laten gaan met een aantal aanbevelingen en adviezen. Deze kunnen op de fotografische aspecten en activiteiten gericht zijn, maar ook op de wijze waarop e.e.a. georganiseerd of gestructureerd kan worden. De huidige ‘constellatie’ Fotobond behoeft niet het uitgangspunt te zijn voor de bevindingen van de projectgroep.
Optische Illusies (*) – Robert Ausbourne – Librero (2018) – ISBN: 9789089989895
Aan de hand van meer dan 200 prachtige voorbeelden van optisch bedrog onthult grafisch kunstenaar Robert Ausbourne het geheim achter veel ongelooflijke optische illusies. Hij onderzoekt de bijzondere eigenschappen van ons gezichtsvermogen die illusies mogelijk maken. Van kleurillusies en nabeelden tot onmogelijke figuren en mindfucks: je zult versteld staan van de vele manieren waarop we onszelf voor de gek kunnen houden. Ga met Ausbourne mee op avontuur door de verbluffende wereld van optische illusies en ontdek alle geheimen achter deze kunst en wetenschap.
Photoviz (*) – Nicholas Felton – Die Gestalten Verlag (2016) – ISBN: 9783899556452
Photoviz explores the intersection of photography, infographics, and data visualization. Combining cutting-edge technology and classic photographic techniques enables us to tell stories and visualize information more powerfully and compactly than ever: a full day of flights all at once, invisible Wi-Fi networks, global trade, intimate psychology, movement, time itself, and more. The concept of Photoviz invites us to simultaneously reinvent our collective reality and demystify our surroundings. Within this mesmerizing photographic world, striking images reveal the power of tools ranging from long exposure and slit-scan photography to post-processing, collage, and metadata. Photoviz is a source of inspiration and a crucial resource for designers and photographers alike.
Een handige flowchart voor sloddervossen – NRC
NRC_Handelsblad_20180526_1_36_4 – Een handige flowchart voor sloddervossen – NRC_Handelsblad_20180526_1_36_4 – Een handige flowchart voor sloddervossen
Patrick Hughes: Perverspective – Patrick Hughes – John Slyce – Flowers Gallery (1998) – ISBN: 9781873362860
Patrick Hughes’ pictures are hard to describe, but easy to enjoy. Hughes makes moving pictures. His libraries, skyscrapers and mazes seem to turn around and follow you like the eyes in portraits are said to do. This book gives an entertaining account of the artist’s formation and the implications of his paradoxical art.
Patrick Hughes: Perverspective – John Slyce
Patrick Hughes’ pictures are hard to describe, but easy to enjoy: Hughes makes moving pictures. His libraries, skyscrapers and mazes seem to turn around and follow you like the eyes in portraits. Flat on the page they don’t ‘work’, but when animated by the motion and mind of the viewer his pictures spring to life. For over fifty years, Hughes has captured the hearts and perceptual thoughts of an ever-expanding public with his art.
The first book to handle the entirety of Hughes’ production from the early 1960s to 2011: Writer and critic John Slyce gives an exhaustive and intelligent account of the artist’s formation and the implications of his paradoxical art.
Paperback: 204 pages
First published by: Momentum, London 1998. Revised and reprinted in 2005 and 2011
ISBN: 9481906412432
Patrick Hughes: Properspective – Murray McDonald – Flowers Gallery (2001) – ISBN: 9781902945194
Coincides with Patrick Hughes’s exhibition Properspective at Flowers East in 2001. Patrick Hughes made his first three-dimensional relief painting in 1964. Thirty-five years on, he is still doing so. Hughes’s painted reliefs constantly balfle his audience, demonstrating how deceptive appearances can be. As we walk towards the seemingly flat paintings they loom out at us, creating a disorientating, ‘moving’ experience. the preconceived assumptions of eye and brain are challenged, inevitably raising important questions about our perception and the subconscious. His wltly illusions are not meant to confuse us (although they do), but aim to clarify our relation to reality. Instead of describing paradox, we can now experience it interactively; for his work is more to do with us, the way we think and the way we perceive. Includes biography.
Patrick Hughes: The Prints in Between – Murray McDonald – Flowers Gallery (2008) – ISBN: 9781906412012
Patrick Hughes: A Newer Perspective – Murray McDonald – Flowers Gallery (2014) – ISBN: 9781906412661
To be released in conjunction with Patrick Hughes – A Newer Perspective exhibition at Flowers Gallery, Cork Street 12 July – 1 September.
Patrick Hughes: A Newer Perspective, the second edition of the sold out monograph A New Perspective. This comprehensive 240 page publication features colour illustrations of artworks from 2000, with an additional 50 plates that have been added since 2014. The book includes essays by art historians Dawn Ades and Martin Kemp, scientist Thomas Papathomas, Matthew Flowers, an interview between Patrick Hughes and critic Murray McDonald and a new essay by Patrick Hughes.
The book is accompanied by the DVD Hughesually: The Art of Patrick Hughes, a 41 minute documentary film by Jake West.
Patrick Hughes: A Newer Perspective – Monograph
Patrick Hughes: A Newer Perspective, the second edition of the sold out monograph A New Perspective. This comprehensive 240 page publication features colour illustrations of artworks focusing largely on work from 2010, with an additional 50 plates that have been added since 2014. The book includes essays by art historians Dawn Ades and Martin Kemp, scientist Thomas Papathomas, Matthew Flowers, an interview between Patrick Hughes and critic Murray McDonald and a new essay by Patrick Hughes. Professor Sir Colin Blakemore writes on the backcover.
The book is accompanied by the DVD Hughesually: The Art of Patrick Hughes, a 41 minute documentary film by Jake West.
• Hardcover: 240 pages • Published by: Flowers Gallery, London 2018 • First edition published by: Flowers Gallery, London 2014 • ISBN: 9781906412821
Jan Dibbets: The Photographic Work (*) – Erik Verhagen – Universitaire Pers Leuven (2014) – ISBN: 9789058679918
The first monograph covering Dibbets’s iconic photographic oeuvre. Dutchman Jan Dibbets (b. 1941) is one of the principal artists to have introduced photography into the plastic arts, and this as early as the 1960s. At a time when photography has massively invaded contemporary art institutions – not without generating confusion and excess – it is not easy to evaluate the full radicality of Dibbets’s approach. This radicalism has nothing to do with modernist overkill. Dibbets did not merely go further than others; rather, he simply went ‘elsewhere’. Beginning in 1967, he embarked on a long-range project which, as we advance into the 21st century, he seems not to have abandoned: the ‘pictorializing’ of photography.
Jan Dibbets: Another Photography – Silvana Editoriale (2014) – ISBN: 9788836630196
Since his earliest works in the late 1960s, Jan Dibbets (b. 1941; Weert, Netherlands) has found new areas of research for the development of contemporary languages. A pioneer of conceptual art, the artist was one of the first to investigate the distance between reality and the possibilities offered by photography as a medium, rejecting any notion of photography as being merely an objective recorder. Rigorous and independent, his research has explored important areas such as the analysis of space, light and the properties of perception, arriving at an investigation of some basic tenets of Western artistic culture, such as the use of perspective in depicting and its symbolic significance. Marked by an extreme rigour in style, Dibbets’ art today presents a corpus of rare compactness that constitutes a source of inspiration for many artists of later generations.
This monograph is dedicated to Jan Dibbets, Dutch photographer born in Weert in 1941 who lives and works in Amsterdam, and it presents a vast and exhaustive excursus among the artist’s most important works, beginning from his debut in the late 1960s to today. Among the pioneers of Conceptual Art, and part of the emergence of Land Art as well as Arte Povera, from the late 1960s Dibbets has been one of the very first to single out a use for photography as a ’thinking’ tool, carrying out a revolution the consequences of which have been further amplified in the present digital age.” In dialogue with some of the most salient moments of Western art culture, from Dutch painting to Italian art, and the relating theories on form and perspective, Dibbets’s inquisitive mind knows how to create an innovative, individual course that has contributed in turn to establishing new artistic languages.
The book, curated by Marcella Beccaria and Rudi Fuchs, include rare works, almost never shown in public in so far as housed for decades in private collections, and it is completed by the artis’s biography.
Horizons van Dibbets zijn een truc geworden (*1) – NRC 5 juni 2010
Tentoonstelling Jan Dibbets, Horizons, t/m 12/9, Gemeentemuseum, Den Haag. Inl. gemeentemuseum.nl *
Drie jaar geleden fotografeerde Jan Dibbets twee vergezichten die belangrijk voor hem zouden worden: een grasveld en een zee, beide onder een grijsblauwe lucht. Het waren twee bijna exacte kopieën van foto’s die hij in 1972 had gemaakt en toen aaneen had geplakt als een nieuw, fictief landschap. Ook dat is hij met deze nieuwe foto’s gaan doen, in allerlei variaties. Het leidde tot de grote solopresentatie Horizons die nu het Haags Gemeentemuseum aandoet.
Maar liefst zestig kunstwerken maakte Dibbets met zijn twee nieuwe foto’s. Telkens hangen ze zij aan zij, recht tegen elkaar aan, schuin tegen elkaar aan, met de horizonten recht of schuin, de ene foto iets langer dan de andere, knikkend naar links of naar rechts. Elke fotocollage is nét geen kopie van de vorige. Zo vult Horizons, met eigenlijk maar één kunstwerk, toch elf hele museumzalen.
Waarom besluit een kunstenaar zestig kopieën te maken van een oud werk? Dibbets’ eerste ‘perspectivische correcties’ dateren van 1969. De horizon is de begrenzing van onze zichtbare wereld – het is de grens van ons bestaan, als we onze ogen mogen geloven. Dibbets liet onze ogen iets anders geloven. Hij manipuleerde de horizon door foto’s ervan schuin te hangen en aaneen te plakken. Zo gaf hij Nederland bergen en veranderden zeeën in meteorieten van water. Het was kunst die ging over ruimte en waarneming. Het waren baanbrekende werken waarmee Dibbets internationale roem verwierf als een van de grondleggers van Nederlandse conceptuele kunst. In 1974 vond hij het mooi geweest. Hij was klaar met de horizon en distantieerde zich van het conceptualisme, om verder te gaan met nieuw werk.
Dat was begrijpelijk, stromingen zijn eindig. Het is dan ook wonderlijk dat Dibbets nu, zo veel jaar later, oud werk is gaan ‘hernemen’, zoals dat heet. Dat komt door een persoonlijke fascinatie, stellen de catalogus en tentoonstellingsteksten. Ondanks al die jaren herleefde bij Dibbets het verlangen om zijn onderzoek naar de perfecte horizon te hervatten. Koppig, noemen de auteurs hem, die in bewonderende woorden een romantisch beeld scheppen van een gedreven kunstenaar die onmodieus zijn eigen passies volgt.
Onderzoek wegens een persoonlijke fascinatie, dat kan. Alleen verwacht je bij een onderzoek variatie, progressie, verdieping. Daarvoor is deze tentoonstelling te gelijkvormig. Maar ook daarvoor bieden de teksten een verklaring: dit is geen tentoonstelling, het is een installatie. Ook dat zou kunnen. Van een tentoonstelling verwacht je ontwikkeling maar bij een installatie volstaat één boodschap of één soort beeld. Alleen, wat is dan de boodschap? Of is zestig keer dezelfde horizon interessanter dan één keer?
Fascinatie, onderzoek, installatie – uiteindelijk bieden geen van deze woorden een bevredigende verklaring. Hoe Dibbets de horizon ook neer hangt, artistiek gezien is er geen noodzaak in te ontdekken. Natuurlijk is het prima te begrijpen als een kunstenaar zijn greatest hits herhaalt. Dat doen de Stones ook. Want al zijn zulke reprises artistiek niet waardevol, commercieel gezien zijn ze dat vast wel. Heel wat kunstkopers zullen interesse hebben in een van Dibbets befaamde horizonten, ook al is het een remake. Uiteindelijk heeft deze tentoonstelling slechts één raadsel. En dat is waarom het Gemeentemuseum hier een hele vleugel voor ter beschikking stelt.
handelsblad-20100605-415090 – Horizons van Dibbets zijn een truc geworden – handelsblad-20100605-415090 – Horizons van Dibbets zijn een truc geworden
Dibbets zwoegt op de ultime horizon – Trouw 19 juni 2010
Dibbets zwoegt op de ultieme horizon
In 1972 fotografeerde Jan Dibbets de zee bij Zandvoort en een grasveld in de polder. Hij plakte de foto’s zo tegen elkaar, dat de horizon van land en zee in elkaar overlopen. Drie jaar geleden dook de einder plots weer op in zijn werk.
Bijna elk kind vraagt het zich waarschijnlijk op een dag af: wat is er te zien achter die streep in de verte, die horizon wordt genoemd. Of houdt daar de wereld op? Maar waar blijft dan het schip dat je langzaam steeds kleiner ziet worden, tot het ineens verdwenen is achter de ijle lijn tussen zee en lucht? En waarom kun je eindeloos blijven lopen naar de horizon, die zo eenvoudig is waar te nemen, maar toch zo ongrijpbaar?
Bij de serie van zestig fotocollages van horizons van kunstenaar Jan Dibbets, nu te zien in het Gemeentemuseum Den Haag, waan je je ineens weer dat kind dat door de weilanden holt, op zoek naar wat er achter die geheimzinnige nevelige streep in de verte is te beleven. En dan ineens het besef dat de ruimte die zich voor je uitstrekt geen eindpunt heeft en de horizon steeds opschuift.
Je ziet het ook voor je hoe het gegaan moet zijn: Jan Dibbets die als een jongen van een jaar of acht, negen met zijn vader tijdens een uitstapje naar Scheveningen het duin opklimt. Hij heeft dan nog nooit de zee gezien. Als hij bovenop het duin staat, is hij diep onder de indruk van het schouwspel: het uitgestrekte water, zover het oog reikt, alleen begrensd door de hemel die op hem de indruk maakt van een ’onoverkomelijke muur’. Hij associeert de horizon dus niet met de mogelijkheid om er voorbij te gaan. Voor de jonge Dibbets is de horizon een onbuigzame lijn.
Het is een jeugdherinnering die de kunstenaar graag ophaalt, lezen we in de bijdrage die kunsthistoricus Erik Verhagen – hij promoveerde op het werk van Dibbets – schreef voor de catalogus bij de expositie ’Horizons’. Volgens Verhagen koestert Jan Dibbets deze herinnering omdat hij er ’terecht een voorteken in ziet, een duidelijk herkenbare aanwijzing voor wat hem in de toekomst zal gaan bezighouden’.
Graag hadden we de kunstenaar zelf gevraagd naar zijn eerste bewuste ervaring van de horizon, maar Jan Dibbets (1941, Weert) geeft nooit interviews. Ook het verzoek om een rondleiding met toelichting over zijn tentoonstelling wordt afgewezen, om praktische redenen. Dibbets verblijft de komende maanden in zijn huis in Italië. Vanwaar toch opnieuw die fascinatie met de horizon, is een vraag die opkomt bij het zien van de tientallen fotocollages die hij maakte van de horizonten van een grasveld en een zeegezicht. Daar was hij toch al lang klaar mee?
Begin jaren zeventig experimenteerde Dibbets al uitgebreid met dit thema, nadat hij in 1969 het eerste werk had gemaakt waarin hij foto’s gebruikte van horizons. Vooral de abstracte mogelijkheden van dit motief boeiden hem.
Met ’perspectivische correcties’ manipuleerde Dibbets de horizon op alle mogelijke manieren. De kaarsrechte horizon van een polder transformeerde hij tot een glooiende berg, de horizon van de Noordzee veranderde in een komeet van water. In 1972 maakte hij een foto van de zee bij Zandvoort en van een grasveld in de polder, waar later Almere verrees. Hij plakte de foto’s zo tegen elkaar, dat de horizon van land en zee in elkaar overlopen, exact op de gulden snede: Sectio Aurea, noemde hij dit werk, dat behoort tot de collectie van het Gemeentemuseum Den Haag. Met deze experimenten met ruimte en waarneming maakte Dibbets destijds internationaal naam als het boegbeeld van de Nederlandse conceptuele kunst. Sindsdien hield hij zich met allerlei artistieke onderwerpen bezig, waarin ruimtebeleving en het Nederlandse landschap altijd een rol spelen, maar op de horizon leek hij uitgekeken.
En dan duikt toch ineens de einder weer op in zijn werk. Drie jaar geleden voelde hij de behoefte om terug te gaan naar de basis van zijn oeuvre. Hij haalde het fotografische materiaal dat hij in 1972 gebruikte voor Sectio Aurea tevoorschijn en ging er opnieuw mee aan de slag. De foto’s van het grasveld en de zee plaatste hij in allerlei variaties tegen elkaar – recht, schuin, gekanteld, geknikt – maar in alle collages loopt de horizon van land en zee als een rechte lijn over de twee panelen. Met behulp van mathematische formules maakte hij zestig combinaties die nu samen met Sectio Aurea en enkele andere vroegere werken, Horizon Flevo (1971) en Comet Sea (1973), worden gepresenteerd in elf kabinetten.
Opvallend vaak zie je bezoekers teruglopen naar het kabinet waarin ze juist hebben staan kijken. Begrijpelijk, want de ene collage lijkt soms een kopie van de andere. Maar dat is maar schijn, ze zijn allemaal verschillend. Gaandeweg gaat het je een beetje duizelen, wat nog wordt versterkt door het ritmische patroon van de presentatie in de kabinetten. De horizon mag dan steeds kaarsrecht doorlopen en houvast en rust bieden, als toeschouwer raak je toch in verwarring door de raadselachtige totaalvorm die wringt met de platheid en strakke lijnen van het Nederlandse landschap.
Vanwaar toch die obsessie van Dibbets met de horizon? De horizon heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse schilderkunst. De onduidelijke overgang tussen de zee en het land en de steeds wisselende wolkenluchten was een rijke inspiratiebron voor de schilders van de zeventiende eeuw. Ook Mondriaan experimenteerde met de horizonlijn.
Volgers Erik Verhagen borduurt Dibbets voort op die culturele traditie. Hij bewondert Mondriaan én het werk van de zeventiende-eeuwse schilder Pieter Saenredam. Ooit heeft Dibbets gezegd dat hij wil ’aankleden wat Mondriaan heeft uitgekleed’. Met zijn fotografie probeert hij verder te gaan vanaf het punt waar Mondriaan met zijn laatste schilderij, Broadway Boogie Woogie, is gestopt. Maar waar Mondriaan ernaar streefde zich te bevrijden van de horizonlijn om uit te komen bij de totale abstractie, wil Dibbets juist de mogelijkheden van de horizon op een systematische en mathematische manier verkennen.
Rudi Fuchs, oud-directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, ziet in het ’zwoegen’ van Dibbets met de horizon zelfs een parallel met Cézanne, die vele malen de Mont Sainte-Victoire schilderde, waarop hij uitkeek vanuit zijn atelier in Vauvenargues in het zuiden van Frankrijk. Zo wilde hij grip krijgen op het profiel van deze berg. Van berg tot berg werd de toets harder. Uiteindelijk was de laatste van zijn 22 schilderijen ’hard als een rots’, aldus Fuchs. Fuchs herkent diezelfde ’koppigheid’ in de manier waarop Dibbets het zoeken naar ’die ultieme, ongelooflijke horizon’ voortzet. „Als hij die vindt, krijgen wij het te zien”, belooft Fuchs.
Volgens conservator Laura Stamps, die samen met Dibbets de tentoonstelling heeft ingericht, zie je wel vaker dat oudere kunstenaars teruggrijpen op een bepaalde periode in hun loopbaan. En juist het late werk kan ook een nieuwe zienswijze opleveren. Voor Stamps staat vast dat Dibbets gewoon nog niet ’klaar’ is met de horizon. In zijn visie ben je nooit klaar. Het laatste kunstwerk dat je maakt, is volgens Dibbets altijd het beste. Alleen weet je nooit zeker wat je finale kunstwerk is.
Aan een groot publiek is deze expositie niet besteed, ondanks de faam die Jan Dibbets internationaal geniet. Met Sol Lewitt, Lawrence Weiner en Joseph Kosuth wordt hij gezien als de voorhoede van de conceptuele kunst. Zijn werk is opgenomen in de collectie van topmusea. Doordat hij vanaf 1963 les gaf op Ateliers 63, aan onder meer Marlene Dumas, David Bade, Ina van Zyl en Fiona Tan, heeft hij ook generaties Nederlandse kunstenaars beïnvloed en geïnspireerd. Maar een publiekstrekker zal Dibbets nooit worden. Dat is inherent aan de conceptuele kunst, waarbij het zichtbaar maken van het idee belangrijker is dan de uitvoering.
Toch verdient deze expositie meer belangstelling dan het selecte publiek van kunstkenners. Vrijwel iedereen heeft herinneringen aan de eerste keer dat je je bewust werd van het ongrijpbare van de toch zo zichtbare horizon. Dibbets haalt die herinneringen terug en laat je vanuit een ander perspectief naar de horizon kijken.
Dibbets: Horizons – Rudi Fuchs Eric Verhagen – Snoeck Verlagsgesellschaft Mbh (2010) – ISBN: 9783940953421
The new photographs “Land-Sea: Horizon” are characterised by the immediate, simple construction of a conceptual work. Two photographs, one a green dune landscape touching the horizon, followed by a seascape, which likewise touches the horizon, are repeatedly juxtaposed in a way that divides the horizon. One might call this event a serial shift or displacement, as both have the same horizon line, but the external form of the photograph is continually changing. Rhombuses, squares, etc. are derived from the two juxtaposed rectangles; they are tilted, reflected, etc., engendering a confusing poetry that one can never quite fathom, as Rudi Fuchs eloquently highlights in his instructive analysis.
Fotografen over fotografie – Hoe de meesters kijken, denken & werken (*) – Henry Carroll – Thoth | Luster (2018) – ISBN: 9789068687576
Henry Carroll heeft fotografie gestudeerd aan de Royal College of Art. Met zijn duidelijke, jargonvrije didactische stijl heeft hij de digitale fotografie voor iedereen begrijpelijk gemaakt en duizenden geïnspireerd om creatief te worden met hun camera.
Denk je dat je verstand hebt van fotografie? Weet je dat wel zeker? Aan de hand van zorgvuldig geselecteerde citaten, foto’s en interviews laat Fotografen over Fotografie zien wat de meesters zelf het belangrijkst vinden. Dankzij de verhelderende teksten van Henry Carroll, de schrijver van de internationale bestsellerreeks ”Lees dit als je topfoto’s wilt maken”, ontdek je hoe de visionairen van de genres hun eigen kenmerkende stijl hebben ontwikkeld en maak je kennis met de ideeën die ten grondslag liggen aan hun werk.
Driedimensionaal (*1) – Elsevier Weekblad (44 – 3 november 2018)
Digitale wereld – Om de hoek kijken (Elsevier weekblad 20181103)_20181107_0001 [20-20-150] – Digitale wereld – Om de hoek kijken (Elsevier weekblad 20181103)_20181107_0001 [20-20-150]
Ook u laat zich door de overheid manipuleren (*1) – FD (20181107)
HFD_20181107_0_018_001 (1) – Ook u laat zich door de overheid manipuleren – HFD_20181107_0_018_001 (1) – Ook u laat zich door de overheid manipuleren
Actie <-> Reactie – 100 jaar kinetische kunst (*) – Serge Lemoine en Marianne Le Pommeré – Lannoo (2018) – ISBN: 9789401456234
Het eerste Nederlandse overzichtswerk over kinetische kunst
Kinetische kunst speelde na de Tweede Wereldoorlog – toen de kunst streed voor haar autonomie – een belangrijke rol in het de-materialiseren van de kunst. Kunst werd pas kunst als de kijker haar waarnam of ervoer.
Ook in de huidige, postmoderne tijd waarin de performance arts een belangrijke plaats krijgen en alle zintuigen worden aangesproken, staan de bewegings- en de kijkervaring in veel kunstuitingen opnieuw centraal.
In ruim negentig kunstwerken, onderverdeeld in twaalf thema’s als licht, beweging en kosmos, laat de tentoonstelling een indrukwekkend overzicht van kinetische kunst zien; de geschiedenis en de diverse facetten en perspectieven die kunst tot bewegingskunst maken.
Fotobond Jaarboek 2018 – Nederlands Centrum Vrijetijdsfotografie (2018)
Enkele pagina’s gefotografeerd en hieronder afgebeeld.
(*) Betekent/denotes: In bezit.
(*1) Betekent/denotes: In bezit als PDF/Kopie.